De baten van hippotherapie Naast een paard lopen of op zijn rug rijden, is bevorderend voor een heleboel psychomotorische capaciteiten zoals spiertonus, coördinatie, tijd-ruimteoriëntatie, evenwicht en een zekere zin voor ritme. Met paarden werken, vereist een permanent lichamelijk contact met het dier. Tijdens het roskammen leer je het lijf van het paard beter kennen en word je je tegelijk bewust van je eigen lichaam. Voor een paard zorgen, vergt ook verantwoordelijkheidszin, net zoals bij elk ander dier. Zijn welzijn hangt immers af van de verzorging (voeding, roskammen) en het respect dat het krijgt. Bovendien geeft het voldoening en is het goed voor het zelfvertrouwen om te kunnen communiceren met een paard, dat indruk wekt door zijn kracht, zijn schoonheid en zijn allure. En wie geregeld een manege bezoekt en er in aanraking komt met paarden en ruiters, staat automatisch open voor een andere wereld en legt ook makkelijker contacten met anderen. Een waardevolle bondgenoot Al die typische kenmerken maken van het paard een waardevolle bondgenoot van therapeuten, specifiek om doven en blinden te helpen, net als mensen met leer- en of gedragsstoornissen (autisme, psychosen, trisomie, dyslexie,…), een motorische handicap (myopathie, hyperkinesie, paraplegie, hemiplegie en quadriplegie). Paarden mag je ook niet ruw en met geweld behandelen: dat haalt niets uit, en het paard zal er altijd bij winnen, want het is veel krachtiger dan de mens. Het dier is dan ook uitstekend geschikt bij de reïntegratie van delinquenten in de samenleving, doordat ze op die manier op een respectvolle manier leren te communiceren. |
De commentaren zijn gesloten.